Abstract
Uit onderzoek op het gebied van de cognitieve en sociale psychologie blijkt dat cognitieve
illusies, in de vorm van ‘heuristics’ en ‘biases’, in veel gevallen een belangrijke invloed
uitoefenen op onze besluitvormingsprocessen. Dit geldt niet alleen voor alledaagse beslissingen
in de privésfeer, maar ook voor oordeels- en besluitvorming in de professionele sfeer, zoals
bij rechterlijke beslissingen. In deze bijdrage trachten wij te achterhalen welke cognitieve
illusies specifiek bij de bewijswaardering in civiele zaken van belang zijn of zouden kunnen
zijn, hoe het Nederlandse burgerlijke procesrecht daarmee omgaat, indien dat al gebeurt, en
hoe dat eventueel anders of beter zou moeten/kunnen. Wij bieden dus een schets van het te
bespreken juridisch domein, de bewijswaardering, schetsen vervolgens de psychologische
inzichten op dat vlak, en koppelen dan beide (voorzichtig) aan elkaar: waar wringt het en
hoe is die wrijving eventueel op te lossen? Daarbij gaan wij in het bijzonder in op de ‘confirmation bias’, het ‘anchoring effect’ en het ‘primacy effect’ en aanverwanten, zoals het ‘recency
effect’ en andere ‘order effects’. Ook bezien wij of eventuele spanningen tussen de psychologische en de juridische inzichten wellicht oplosbaar zijn door psychologische bijsturing
(‘debiasing’) of door een verandering op juridisch vlak.
illusies, in de vorm van ‘heuristics’ en ‘biases’, in veel gevallen een belangrijke invloed
uitoefenen op onze besluitvormingsprocessen. Dit geldt niet alleen voor alledaagse beslissingen
in de privésfeer, maar ook voor oordeels- en besluitvorming in de professionele sfeer, zoals
bij rechterlijke beslissingen. In deze bijdrage trachten wij te achterhalen welke cognitieve
illusies specifiek bij de bewijswaardering in civiele zaken van belang zijn of zouden kunnen
zijn, hoe het Nederlandse burgerlijke procesrecht daarmee omgaat, indien dat al gebeurt, en
hoe dat eventueel anders of beter zou moeten/kunnen. Wij bieden dus een schets van het te
bespreken juridisch domein, de bewijswaardering, schetsen vervolgens de psychologische
inzichten op dat vlak, en koppelen dan beide (voorzichtig) aan elkaar: waar wringt het en
hoe is die wrijving eventueel op te lossen? Daarbij gaan wij in het bijzonder in op de ‘confirmation bias’, het ‘anchoring effect’ en het ‘primacy effect’ en aanverwanten, zoals het ‘recency
effect’ en andere ‘order effects’. Ook bezien wij of eventuele spanningen tussen de psychologische en de juridische inzichten wellicht oplosbaar zijn door psychologische bijsturing
(‘debiasing’) of door een verandering op juridisch vlak.
Original language | Dutch |
---|---|
Title of host publication | Capita Civilologie |
Editors | W.H. van Boom, I. Giesen, A.J. Verheij |
Place of Publication | Den Haag |
Publisher | Boom Juridisch |
Chapter | 35 |
Pages | 1037-1105 |
Number of pages | 69 |
ISBN (Electronic) | 9789460948435 |
Publication status | Published - 2013 |
Publication series
Name | Civilology - Civilologie |
---|