Abstract
Een EU-burger die gebruikmaakt van zijn recht op vrijheid van verkeer kan strafrechtelijk vervolgd worden door een lidstaat waarvan hij de rechtsmacht niet had kunnen voorzien. Met de inwerkingtreding van het Kaderbesluit betreffende het Europees Aanhoudingsbevel kan een EU-burger in een dergelijk geval ook naar die lidstaat worden overgeleverd. In dit artikel wordt zowel deze keerzijde van het Kaderbesluit geanalyseerd als de mate waarin door het materiële legaliteitsbeginsel het Kaderbesluit zelf en de Overleveringswet bescherming wordt geboden. Op basis van deze analyses wordt vervolgens vastgesteld of er sprake is van een gebrek aan bescherming en worden enkele oplossingsrichtingen aangedragen.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 141-147 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Europees recht |
Volume | 2016 |
Issue number | 4 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2016 |
Keywords
- Kaderbesluit Europees Aanhoudingsbevel
- EU-burgers
- onvoorzienbare rechtsmacht
- legaliteit
- Overleveringswet