Abstract
In 1873 werd er al een verband gelegd tussen het opgroeien en werken op een boerderij en een verminderd risico op allergieën, zoals hooikoorts. Recenter onderzoek bevestigt deze vroege observatie en laat een duidelijk verband zien tussen het leven op een boerderij en een verlaagd risico op atopie, hooikoorts en allergische astma bij boerenkinderen. Een verminderd risico op allergische aandoeningen is ook aangetoond voor volwassen boeren. Blootstelling aan landbouwhuisdieren, consumptie van melk direct van de boerderij, en inhalatie van microbiële agentia zoals bacterieel endotoxine zijn herhaaldelijk in verband gebracht met de lagere prevalentie van allergieën in boerenfamilies.De onderliggende immuunmechanismen zijn niet volledig duidelijk, maar het aangeboren immuunsysteem lijkt een belangrijke rol te spelen. In dit overzichtsartikel wordt de meest recente literatuur met betrekking tot allergie en astma bij boerenkinderen en volwassenen besproken. De hygiënehypothese, specifieke beschermende blootstellingen, de onderliggende immunologische processen, en de rol van dosis en moment van blootstelling komen ook aan de orde. De bevindingen in boerenpopulaties zijn van groot belang, omdat ze kunnen bijdragen tot betere preventie en behandelmethoden voor allergie en astma in de algemene populatie.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 3-15 |
Number of pages | 13 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Allergie |
Volume | 9 |
Issue number | 1 |
Publication status | Published - 2009 |
Keywords
- aangeboren immuunsysteem
- allergie
- astma
- boeren
- endotoxine
- hygiënehypothese