Armoederisico van vier groepen werkenden op basis van hun contractuele positie

Sonja Bekker, Marion Evers, Mijke Houwerzijl, Nuna Zekic

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Dit artikel plaatst de problematiek van werkende armen binnen de ontwikkeling van flexibilisering van arbeidsrelaties. Het schetst vier (potentiële) risicogroepen, aan de hand van hun arbeidsrechtelijke positie en geeft hun armoederisico’s: werknemers met een vast, voltijds contract in een lage loonschaal; (schijn)zelfstandigen (zzp’ers); werknemers met een tijdelijk (uitzend)contract of een onvrijwillige deeltijdbaan; werkenden met een (nuluren)oproepcontract of een contract als platformwerker. Ook wordt Nederland vergeleken met Duitsland, Polen, België, Luxemburg Zweden en Italië. In alle landen zijn het de zzp’ers en werkenden met een flexibel arbeidscontract die de hoogste risico’s op armoede kennen. Regelgeving ten aanzien van flexibele arbeid varieert echter behoorlijk. Nederlandse beleidsdiscussies omtrent werkende armen en (doorgeschoten) flexibilisering van de arbeidsmarkt richten zich inmiddels op het creëren van meer zekerheid in baan en inkomen, maar die kunnen hier nog verder in gaan. Voorbeelden uit andere landen kunnen daarbij inspireren, bijvoorbeeld een minimumomvang voor deeltijdcontracten in België of een maximum-percentage uitzendkrachten per bedrijf in Italië.
Original languageDutch
Pages (from-to)293-318
Number of pages26
JournalTijdschrift voor Arbeidsvraagstukken
Volume39
Issue number3
DOIs
Publication statusPublished - 1 Sept 2023

Keywords

  • AROP-indicator
  • flexible labour market
  • in-work-poverty
  • material deprivation

Cite this