Abstract
In dit artikel wordt nagegaan in welke mate het arbeid-en-zorgbeleid in Nederland verschillende groepen in de samenleving (mannen en vrouwen, lager- en hogeropgeleiden, werknemers en zelfstandigen) in staat stelt om arbeid en zorg te combineren. Bij de beleidsanalyse maken we gebruik van de capability-benadering van Sen (1992). Op basis van de capability-benadering evalueren we de beschikbaarheid, toegankelijkheid en de vormgeving van het beleid. Tevens analyseren we het belang van cao-afspraken en de organisatiecontext. De analyse laat zien dat arbeid-en-zorgbeleid en cao’s bepaalde groepen in de samenleving beter in staat stelt dan anderen om arbeid en zorg te combineren. Het kinderopvangbeleid is minder toegankelijk voor zelfstandigen en flexibele arbeidsarrangementen stellen vrouwen beter in staat dan mannen om zorgtaken op zich te nemen en parttime te werken. Daarnaast hebben hoger opgeleiden meer toegang tot flexibele arbeidsarrangementen dan lager opgeleiden, hoewel flexibiliteit vooral wordt ingezet om meer te werken en niet zozeer voor de combinatie arbeid en zorg. Bestaande verlofregelingen lijken eerder huidige sociaal-culturele normen en waarden te bevestigen dan deze uit te dagen. Vooralsnog biedt het huidige beleid weinig alternatieven voor het anderhalfverdienersmodel.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 510-528 |
Journal | Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken |
Volume | 31 |
Issue number | 4 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2015 |
Keywords
- capability approach
- care leave
- childcare
- reconciling work and care