Afschaffing van geborgde waterschapszetels gestoeld op drijfzand? Over de taak en democratische legitimatie van het waterschap als communicerende vaten

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Tegenwoordig lijkt te worden aangenomen dat de focus van het waterschap verschuift van het waterbeheer in een bepaald gebied naar het klimaatbestendig maken van (delen van) Nederland. En daarmee van een specifiek belang naar een algemeen belang, wat afschaffing van de geborgde zetels in het waterschapsbestuur zou rechtvaardigen. Maar welke wettelijke taak heeft het waterschap of zou het moeten hebben? Het antwoord hierop is volgens auteurs van wezenlijk belang voor de vraag welke vorm van democratische legitimatie bij de waterschapsorganisatie past. In deze bijdrage wordt dan ook deze fundamentele voorvraag ter discussie gesteld en wordt het systeem van de geborgde zetels in dat licht bezien. Hoewel beaamd wordt dat de rol van het waterschap met het oog op klimaatverandering belangrijker wordt, is de veronderstelling dat het waterschap er hierdoor allerlei nieuwe taken en verantwoordelijkheden bijkrijgt, en zodoende veralgemeniseert, onjuist. Door klimaatverandering zal het belang van het waterschap alleen maar toenemen. Vraagt dat niet juist om een bestuur waarin álle bij de taken betrokken belangen zijn vertegenwoordigd?
Original languageDutch
Article number2405
Pages (from-to)2758-2766
Number of pages9
JournalNederlands juristenblad
Volume2020
Issue number36
Publication statusPublished - 22 Oct 2020

Keywords

  • waterschap
  • geborgde zetels
  • functioneel bestuur
  • waterschapsbestuur
  • functionele decentralisatie

Cite this