Dr. Saskia Arndt, verbonden aan de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, ging hier verder op in. Bij het schoonmaken van een verblijf bijvoorbeeld, speelt het schoonmaakmiddel een rol, maar ook degene die het verblijf schoon maakt. Beide factoren hebben hun eigen geur en dit kan door het dier als attractief of aversief worden ervaren. Omdat dieren veelal sterk reageren op geuren, kan dit de uitkomst van dierproeven beïnvloeden. Standaardiseren is dan de oplossing. Niet alleen in de wijze van schoonmaken, maar ook in het gebruik van schoonmaakmiddel, parfum van degene die het verblijf schoon maakt, en tijdstip waarop schoon gemaakt wordt. Welzijnsaantasting is hierbij echter nog steeds mogelijk.