Description
Op weg naar gezonde steden
‘Wetenschap sluit meer aan op de beleidsvragen’
Onlangs sloot de Universiteit Utrecht, in het bijzijn van burgemeester Jan van
Zanen, een overeenkomst met de universiteiten van Hongkong en Toronto.
De instellingen spraken af te zullen samenwerken in hun onderzoek naar ‘healthy
cities’. Reden voor Illuster om in gesprek te gaan met universitair hoofddocent
dr. ir. Roel Vermeulen die vanuit de universiteit het deel life sciences van deze
samenwerking leidt, en Lot van Hooijdonk, wethouder van de stad Utrecht met
onder meer milieu in haar portefeuille.
In een verstedelijkt gebied als Nederland zijn er
diverse bedreigingen voor de volksgezondheid,
zoals luchtverontreiniging, hoge temperaturen
en geluidsoverlast. Vermeulen: “De burger moet
scherp op zijn gezondheid letten. Maar daar moet de
lokale overheid wél bij helpen. Nodigt een stad wel
voldoende uit om gezond te leven, om te bewegen,
naar buiten te gaan? Zijn er voldoende fiets- en
wandelroutes
in de stad, is er voldoende groen?”
Beleid wetenschappelijk onderbouwd
Van Hooijdonk geeft nog een reden waarom de
politiek
betrokken moet zijn bij de gezondheid in
de stad: “Een drukke stad met veel gemotoriseerd
verkeer kan behoorlijk veel stress
opleveren. Daar moeten we als
lokale overheid iets mee. Uit
onderzoek blijkt bijvoorbeeld
dat fietsen altijd beter is. Zelfs als
de lucht in de stad verontreinigd
is of als je rekening houdt met
verkeersveiligheid — waarbij
fietsers altijd kwetsbaarder zijn
— kun je nog beter op de fiets
dan in een auto stappen. Fietsen
blijkt zoveel gezondheidswinst op te leveren, dat
die opweegt tegen de nadelen. Dat weten we nu
naar aanleiding
van onderzoek door de Universiteit
Utrecht en daar kunnen we iets mee bij de inrichting
van de stad. Dat soort vragen — over gezondheidseffecten
van maatregelen — proberen we weg te
zetten bij de kennisinstellingen in de regio, niet
alleen bij de universiteit, maar ook bij bijvoorbeeld
het rivm of de hogeschool.”
Utrecht is de afgelopen jaren al veel gezonder
geworden,
weet Van Hooijdonk. “En elk jaar gaat
het weer een beetje vooruit, mede door ingrepen
van de rijksoverheid en de gemeente zelf, zoals een
vergroening
van de autobelasting, het aanschaffen
van schonere bussen of de milieuzone. Maar er blijven
moeilijke punten over. Dat het rijk nu 130 km toestaat
op snelwegen, helpt niet echt. Juist in de buurt van
die snelwegen zie je, wat luchtkwaliteit betreft, de
grootste knelpunten.”
Vermeulen: “Wat de luchtkwaliteit betreft heeft
de stad Utrecht de ambitie om zich aan de norm van
de World Health Organization (who) te houden, die
een stuk lager ligt dan de landelijke of de eu-norm.
De who-norm is wetenschappelijk onderbouwd.
Het is interessant dat op dit moment de meest progressieve
politieke aanpak meer op lokaal dan op
landelijk niveau plaatsvindt.”
Similar cities
“De achterliggende gedachte
bij de samenwerking met
Hongkong en Toronto”,
vervolgt
de milieu-epidimioloog,
“is dat we beter willen
kwantificeren waaraan
mensen worden blootgesteld.
Die samenwerking heeft
dan betrekking op zowel het technologische gebied
— zoals het ontwikkelen van sensoren om de luchtkwaliteit
te meten of apps om te registreren waar
mensen zijn en wat de gezondheidservaring is —
als op inhoudelijk gebied: hoe verhouden de verschillende
factoren die van invloed zijn op gezondheid
zich onderling tot elkaar? We weten immers wel dat
gezonde voeding, bewegen, niet roken, een schone
lucht en dergelijke bijdragen aan een goede gezondheid,
maar wat die factoren met elkaar te maken
hebben en samen doen, daar willen we meer over
weten. Het is heel mooi om dat in vergelijkend
perspectief
te kunnen doen, omdat de onderlinge
verschillen
tussen de deelnemende steden groot zijn.”
Van Hooijdonk: “Zo’n vergelijking tussen steden
levert vast veel nieuwe inzichten op. Maar zelfs al
binnen Utrecht zelf zijn de verschillen groot. Ook
al wonen we allemaal in dezelfde stad, de gezondheid
van de bevolking van Overvecht bijvoorbeeld is al
heel anders dan die in het naburige Tuindorp. Dat
betekent
dat gezondheid behalve fysieke kennelijk
ook sociale componenten heeft. Voor mij klinkt
Toronto of Hongkong iets te grootstedelijk voor
goede vergelijkingen; wij zoeken meer de samenwerking
met ‘similar cities’: zo is er contact met
verkeersambtenaren
in Portland, kijken wij met veel
belangstelling naar het concept van de ‘leefstraat’ in
Gent of leren we van de stedenbouwkundige aanpak
met betrekking tot verdichting van Vancouver.
En andersom hebben we met ons programma ‘Beter
eten en bewegen’ in Overvecht al landelijke bekendheid
gekregen.”
Gezondheid en well being
Van Hooijdonk ziet ook andere voordelen van maatregelen
voor gezonde stad en ziet daar ook een rol
voor de wetenschap: “Dat gemotoriseerd verkeer
bijdraagt aan geluidsoverlast en slecht is voor de luchtkwaliteit
valt nog wel uit te leggen. Maar dat fietsen
ook emancipatoir werkt, dat het je vrijheid vergroot,
is lastiger te verkopen. Maar wat denk je van al die
jongeren in de Verenigde Staten die tot hun 16e
moeten wachten voordat ze een rijbewijs mogen halen
en zich los kunnen maken van hun ouders? Hier
spring je als jongere op je twaalfde al op de fiets en
ga je je eigen gang. De fiets brengt bovendien de mens
weer terug in het straatbeeld. Je ziet mensen en kijkt
niet alleen maar tegen machines aan. Ook dat draagt
bij aan de kwaliteit van het leven in de stad. Maar
maatregelen om dit soort dingen te bevorderen zijn
intuïtief en moeilijk uitlegbaar.”
Vermeulen denkt met de internationale samenwerking
juist daar een goede bijdrage aan te kunnen
leveren: “Kennisinstellingen willen de samenwerking
met steden veel meer aangaan om te begrijpen hoe de
dingen in de stad werken. Je kunt veel ‘bemonitoren’,
zodat je direct kunt bekijken wat voor effect bepaalde
maatregelen hebben. Dat verhaal willen we boven
tafel krijgen. Niet alleen over sterfte en ziekte, maar
ook over ‘well being’. En daar kan de samenwerking
met Toronto en Hongkong bij helpen. We kunnen nu
veel meer geïntegreerd doen en onderzoek initiëren
dat direct tot beleidsveranderingen kan leiden.
Wat zijn onze interventiemogelijkheden?
Hoe zit het
UU Centraal Op weg naar gezonde steden
––
Sinds mei 2014 is Lot van Hooijdonk wethouder voor verkeer
en mobiliteit, energie en milieu van de gemeente Utrecht.
Als lid van GroenLinks speelt zij een actieve bestuurlijke rol
op lokaal, nationaal en Europees niveau. Na vele jaren
gewerkt te hebben als senior adviseur voor het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat, werkte zij tot haar
wethouderschap als adjunct-directeur van de Natuur en
Milieufederatie Utrecht. Lot van Hooijdonk heeft
geschiedenis, politieke wetenschappen en buitenlandse
betrekkingen gestudeerd aan de universiteiten van Utrecht
en Florida en het Instituut Clingendael. Zij is de auteur van
vele publicaties op het gebied van duurzame mobiliteit.
––
Dr. ir. Roel Vermeulen is onder meer universitair hoofddocent
aan het Institute of Risk Assessment Sciences aan de Universiteit
Utrecht en visiting professor aan Imperial College London.
Zijn onderzoek is sterk multidisciplinair en richt zich op
risicofactoren in het milieu voor kanker en neurologische ziektes.
Tot zijn meest belangrijke onderzoeksgebieden behoort het
creëren van nieuwe methodes om de impact van het milieu en
lifestyle op het menselijke biologische systeem te kwantificeren.
Vermeulen heeft deel uitgemaakt van verschillende commissies,
waaronder de World Health Organization en de ‘National
Toxicology Program’ in de VS. Hij is lid van de commissie
‘Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen’
van de Gezondheidsraad.
Juli 2016 17
multifactorieel in elkaar? Dus niet alleen:
wat zijn nou precies de gezondheidseffecten?
Wetenschap sluit zo meer aan op de
beleidsvragen. Dat doen wetenschappers
soms te weinig.”
Pijnlijke maatregelen
Politieke maatregelen op gebied van
milieu of infrastructuur zijn altijd weer
goed voor fikse discussies in het publieke
debat. Het lijkt dus geen overbodige luxe
om de juiste cijfers boven water te krijgen.
Neem bijvoorbeeld de verdichting van de
stad, of een toename van 70.000 inwoners
in Utrecht tot 2030. Van Hooijdonk ziet
dat als een positieve ontwikkeling:
“Ik ben als Groenlinkser
een groot
voorstander van
verdichting van de
steden. Milieutechnisch
gezien is
dat veel beter,
omdat alle voorzieningen
dicht bij
elkaar zitten en er
dus veel minder autoverkeer nodig is.
Alles is immers te voet of per fiets bereikbaar.
En een compacte
stad hoeft niet te
betekenen dat je torenflats bouwt. Utrecht
heeft, vergeleken
met bijvoorbeeld Den
Haag of Amsterdam, altijd laag gebouwd,
meestal twee verdiepingen. Daar kun
je best vijf of zes lagen van maken, zoals
al is gedaan bij de veilinghaven
waar
een nieuwe wijk is opgetrokken op een
voorheen verrommeld
industrieterrein.
Daarvan heeft Utrecht er nog meer,
onder meer langs de kanalen, en daar
kun je best van dat soort woningbouw
met relatief weinig lagen realiseren.”
Een andere controversiële maatregel
is de milieuzone voor oude diesels zonder
roetfilter. Van Hooijdonk: “Dat scheelt 30%
aan roetuistoot onder het lichte verkeer.
Natuurlijk zijn oude diesels niet de enige
roetuitstoters en voor het geheel is dat misschien
niet zo groot, maar ik kan niks
anders bedenken dat zo veel effect heeft.”
“Er zit ook een morele kant aan”, vervolgt
Van Hooijdonk. “Luchtkwaliteit
staat nog steeds in de top 3 van oorzaken
van vroeg overlijden. Hier kunnen
mensen niks aan doen. Ze kunnen niet
kiezen welke lucht ze inademen. Hoe lang
sta je nog toe dat andere mensen er last van
hebben? Daarom hebben we in Utrecht
gekozen voor de milieuzone en helpen we
mensen met alternatieven. De grote groep
mensen met long- en luchtwegaandoeningen
heeft er veel baat bij.”
Vermeulen: “Precies. Die milieuzone
is zeer verdedigbaar. Je helpt een grote
groep, en de kleine groep die er last van
heeft beperk je niet in zijn bewegingsvrijheid;
die mogen wel in een auto, maar
op deze plek niet in die specifieke
auto.”
Vermeulen heeft geen specifieke wensen
voor het milieubeleid
van de stad
Utrecht: “Maar
wat ik graag zou
willen zien, is
een meer geïntegreerde
aanpak van
milieuproblemen
tussen de universiteit
en kennisinstituten,
de inwoners en de gemeente.
Op deze manier is het mogelijk om wetenschappelijke
vernieuwing en toepassing
beter te laten aansluiten bij de vragen van
gemeente en burger.”
Een boodschap van hoop
Van Hooijdonk wil het interview graag
besluiten met een boodschap van hoop:
“Waar het vaak om draait, is het dilemma
tussen het individuele en het collectieve
belang. In eerste instantie lijken mensen
vooral hun eigen straatje schoon te willen
vegen: kunnen we geen parkeervergunning
en 30 km-zone voor onze straat
krijgen?
Maar als je doorvraagt naar hoe
mensen de ruimte zouden willen gebruiken,
gaat het meestal niet meer alleen over
de eigen straat. Dan willen ze iets moois,
met groen, waar ze kunnen bewegen en
elkaar ontmoeten. We zijn nu veel meer
in gesprek met burgers en ondernemers
en daar komen vaak hele goede ideeën uit.
Met die aandacht voor leefbaarheid en
gezondheid is er in de politiek en planologie
een omslag gemaakt. Voorheen
was de verkeersdeelnemer de norm.
Dat heeft onder meer geleid tot het
dempen van een deel van de singel
en het bouwen van Hoog Catharijne.
De menselijke norm leek verdwenen
en die is nu weer terug met de aandacht
voor de bewoners in een wijk.”
Utrecht, Toronto en Hong Kong
bundelen onderzoek naar gezonde
steden
De Universiteit Utrecht, de University
of Toronto en de Chinese University
of Hong Kong gaan gezamenlijk
onderzoek doen naar gezond leven
in de stad. Het is voor het eerst dat
expertise en inzichten in stedelijke
problematiek vanuit drie verschillende
mondiale stedelijke regio’s met elkaar
worden gecombineerd. Het onderzoek
moet leiden tot nieuwe, duurzame
oplossingen voor de wereldwijde
uitdagingen die de bevolkingsgroei
in steden met zich meebrengt.
Wereldwijd wonen steeds meer
mensen in steden. Dat maakt onderzoek
naar stedelijke problematiek
zoals gezond, stedelijk leven en
stedelijke dynamiek tot een wereldwijde
uitdaging. De drie universiteiten
bundelen hun kracht en expertise
om zo gezamenlijk de impact van
wetenschappelijk onderzoek op de
stedelijke leefomgeving te versterken.
De samenwerking richt zich op
onderzoek naar migratie, de rol van
burgers op de (spel)regels van de
samenleving en op gezondheid in
de stedelijke omgeving.
www.uu.nl/healthy-urban-living
Dr. ir. Roel Vermeulen is onder meer universitair hoofddocent
aan het Institute of Risk Assessment Sciences aan de Universiteit
Utrecht en visiting professor aan Imperial College London.
Zijn onderzoek is sterk multidisciplinair en richt zich op
risicofactoren in het milieu voor kanker en neurologische ziektes.
Tot zijn meest belangrijke onderzoeksgebieden behoort het
creëren van nieuwe methodes om de impact van het milieu en
lifestyle op het menselijke biologische systeem te kwantificeren.
Vermeulen heeft deel uitgemaakt van verschillende commissies,
waaronder de World Health Organization en de ‘National
Toxicology Program’ in de VS. Hij is lid van de commissie
‘Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen’
van de Gezondheidsraad.
Sinds mei 2014 is Lot van Hooijdonk wethouder voor verkeer
en mobiliteit, energie en milieu van de gemeente Utrecht.
Als lid van GroenLinks speelt zij een actieve bestuurlijke rol
op lokaal, nationaal en Europees niveau. Na vele jaren
gewerkt te hebben als senior adviseur voor het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat, werkte zij tot haar
wethouderschap als adjunct-directeur van de Natuur en
Milieufederatie Utrecht. Lot van Hooijdonk heeft
geschiedenis, politieke wetenschappen en buitenlandse
betrekkingen gestudeerd aan de universiteiten van Utrecht
en Florida en het Instituut Clingendael. Zij is de auteur van
vele publicaties op het gebied van duurzame mobiliteit.
Period | 1 Jul 2016 |
---|