Nobel streven, maar nog ver weg

    Press/Media: Expert Comment

    Description

    Boerderij
     
    22 maart 2016
     
    AKKERBOUW Ed. 101 Nr. 26
     
    948 woorden
     
     
    Nobel streven,
maar nog ver weg
     
    Theo Brummelaar
     

     

    Van chemische naar ecologische gewasbescherming. Het liefst zo snel mogelijk. Thema van een KNAW-symposium in Amsterdam.
     

     

    Van chemie naar ecologie. In het ideaalplaatje is chemische gewasbescherming in de akkerbouw in 2025 uitgebannen. Die ambitieuze stelling stond onder meer centraal tijdens het symposium van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in het Trippenhuis in het centrum van Amsterdam. In een goedgevulde zaal kregen overheden, telers, ngo’s en aan de sector gelieerde bedrijven college van hoogleraren over de stand van zaken. Dat ging vooral over de te volgen koers. Want om de overstap naar ecologische gewasbescherming en biociden te kunnen maken, moeten telers de bodem nog beter en preciezer beheren, akkerranden correct beplanten, maar bovenal de natuur ‘herstellen’ via een systeembenadering van hun teelten. Maar dan ontvangen telers in 2025 ook een betere prijs voor hun producten, omdat de producties lager zullen zijn. Een ambitieuze koers kortom. Een koers met haken en ogen.

    Gevaar voor natuur

     

    Een dagvoorzitter die alle belangengroepen tijdens een symposium benoemt en de telers vergeet. Het leek even een opmaat naar een ‘agrarische uitwedstrijd’. Eentje waarbij theorie en praktijk ver uit elkaar liggen. Maar om het kernprobleem kon niemand heen: de gevolgen van chemische gewasbescherming.Hoogleraar Frank Berendse van Wageningen UR was helder: “Tussen 1960 en 2012 is 75 procent van de broedvogelpopulatie op het boerenland verdwenen en daarnaast hebben planten veel te lijden onder insecticiden en fungiciden.” April 2015 waarschuwde Berendse met Europese wetenschappers in een rapport al specifiek voor de gevolgen van neonicotinoïdengebruik. “Er is toenemend bewijs van de negatieve effecten. De stukjes van de legpuzzel vallen steeds duidelijker in elkaar. Er hangt een deken van giftige verbindingen over ons landschap. Dat is misschien niet zo gevaarlijk voor de mens, maar wel voor de natuur.”

     

    Toxicoloog Martin van den Berg van Universiteit Utrecht bevestigde dat de ­risico’s voor de mens minimaal zijn. “De risicoperceptie is veel hoger.”Wel stelde hij dat Nederland een heel goed ecologisch gidsland zou kunnen zijn.

    Natuur herstellen

     

    Louise Vet, directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie, legde de lat vervolgens hoog: niet straks, maar nú ecologische gewasbescherming. Volgens haar moeten telers de natuur herstellen en toewerken naar een systeembenadering. “We kunnen zoveel werktuigen – biologische bestrijders – benutten. Denk bijvoorbeeld aan zorgvuldig gekozen planten in akkerranden die de vijand van de vijand oproepen.”Ook pleitte Vet voor een plantenarts (alleen chemische middelen op recept), meer precisielandbouw en een faire boerenprijs. Ook deed ze een opvallende ­oproep aan de industrie om samen te werken. “Maar dan wel in deze doelrichting.” In de zaal leidde haar pleidooi tot applaus, maar ook tot een kritische noot. Want hoe zit het met voedselzekerheid en een toenemende wereldbevolking. In een ecologische opzet gaan telers niet ­intensiveren. Vet stelde: “Ik ben voor ­intensivering waar dat mogelijk is, maar dat is inderdaad niet hier.”

    Economische ecologie

     

    Nico van Straalen, dierecoloog van Vrije Universiteit Amsterdam, pleitte in zijn betoog voor duurzame bodembescherming. In zijn ogen de weg naar een duurzame gewasbescherming. “Telers hebben natuurlijk al veel kennis van hun gewas en de bodem. Maar diezelfde bodem heeft nog zoveel geheimen. We kennen pas 1 tot 20 procent van alle microbiële soorten. Het is een ongekende biologische rijkdom waarin we steeds meer ­gezondheidseffecten ontdekken die ook plagen tegen kunnen gaan.”

     

    Maar daarmee is meteen een pijnpunt genoemd: de bodemlegpuzzel is nog lang niet gelegd. Datzelfde geldt voor de factor economie. Een overgangsperiode naar ecologische gewasbescherming kost veel geld. Van Straalen: “Telers kunnen het natuurlijk niet alleen uit ideologisch oogpunt doen. Ze moeten er ook meer voor krijgen. Maar een faire boerenprijs tijdens de transitie is zeer lastig als de overheid dit niet ondersteunt en geen ­visie toont. Zodoende is ecologische ­gewasbescherming nu nog niet realistisch.”

    LTO: geef ons handvaten

     

    Een debat tussen vertegenwoordigers van LTO, Nefyto, Greenpeace en Koppert Biological Systems – met hun toekomstvisies op gewasbescherming in 2025 – leidde niet direct tot nieuwe inzichten. Greenpeace en Koppert stelden dat pesticiden dan volledig verleden tijd zijn. Terwijl Nefyto erop hamerde dat telers ook een boterham moeten kunnen blijven verdienen. “Gewasbescherming zal dan een ideale mix van chemie, biologie en technologie zijn.” Helma Verberkt van LTO vond dat telers nu op het punt staan dat ze kwaliteit moeten maximaliseren, niet de productie. Ook vroeg ze de wetenschap om meer handvaten. T

     

    heo Brummelaar

     

    Biologisch groeit, maar is nog steeds klein

     

    Dat ecologische gewasbescherming nu nog geen gemeengoed is, blijkt duidelijk uit cijfers van het CBR, Skal Biocontrole en het Bionext-trendrapport 2014-2015. Zo hadden de biologische akkerbouwers vorig jaar 10.500 hectare cultuurgrond in gebruik. Ter vergelijking: de totale akkerbouwsector was een jaar eerder nog goed voor 465.000 hectare. Slechts 2,2 procent van het areaal is dus biologisch. Het zet de zaken enigszins in perspectief. Toch is biologisch – en dus ook ecologische gewasbescherming – wel degelijk bezig aan een opmars. Dat geldt vooral voor de graanteelt. In 2014 hadden biolo­gische graantelers nog 3.100 hectare in gebruik. Maar een jaar later werd op 
460 hectare naar bio omgeschakeld. Bij de andere gewassen was de groei veel minder onstuimig, maar niettemin gestaag. Aardappelen noteerden in 2014 een biologisch areaal van 1.600 hectare (nu 11 hectare in omschakeling).Groenten kwamen dat jaar tot een bio-areaal van 5.800 hectare (45 hectare in omschakeling).
     
    Deze vorm van gewasbescherming moet straks verleden tijd zijn. Maar dat vraagt veel. Van telers en ook van de overheid.
    Foto: Mark Pasveer
    Het loof van een areaal biologische tafelaardappelen wordt weggebrand.
    Foto: Roel Dijkstra
     
    March 21, 2016
    Period21 Mar 2016

    Media coverage

    1

    Media coverage