Misselijk door werken met MRI

    Press/Media: Expert Comment

    Description

    11
    april 2015
    MRI-scanner heeft effecten op medewerkers
    Misselijk door werken met MRI

    In Nederland werken ongeveer 7.000 mensen in de buurt van MRI-scanners. Zij kunnen kort last krijgen van misselijkheid, duizeligheid en een metaalsmaak, blijkt uit epidemiologisch onderzoek van Hans Kromhout. Voor het eerst zijn ook langetermijneffecten gevonden. 

    Magnetic resonance imaging (MRI), beeldvorming met magnetische resonantie, is niet meer weg te denken uit ziekenhuizen. Niet alleen wordt deze beeldtechniek steeds meer gebruikt, de sterkte van de elektromagnetische velden is ook toegenomen: van 1,5 naar 3 of 7 Tesla. Voor wetenschappelijk onderzoek worden soms zelfs 9,6 en 11 Tesla-scanners gebruikt. 

    Risico’s voor werknemers

    ‘De snelle ontwikkeling van MRI-technologie zorgt voor betere beeldkwaliteit, maar de sterkere elektromagnetische velden brengen ook zorgen met zich mee voor de beroepsgroep’, zegt Hans Kromhout, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en het instituut voor risicoberekening IRAS. Hij leidt verschillende onderzoeksprojecten naar elektromagnetische velden en gezondheid, waarvan één gericht op MRI. ‘Wat de risico’s zijn voor werknemers is een relevante vraag.’

    MRI-technici

    Het onderzoek heeft veel nieuwe informatie opgeleverd. ‘We hebben in kaart gebracht dat ongeveer 7.000 mensen in Nederland met of in de buurt van MRI werken en blootgesteld worden aan de daaraan gerelateerde elektromagnetische velden’, vertelt Kromhout. ‘Het merendeel zijn MRI-technici (paramedisch opgeleide deskundigen) die het apparaat bedienen wanneer een patiënt wordt gescand. Een kleiner deel zijn chirurgen en wetenschappers die MRI-geleide procedures uitvoeren op mensen en proefdieren.’

    Misselijkheid

    Tijdens de studie rapporteerden MRI-technici gedurende 16 tot 39 procent van de MRI-diensten kortdurende symptomen zoals duizeligheid, misselijkheid en metaalsmaak. ‘Deze specifieke symptomen komen vaker voor bij toenemende blootstelling, die mede afhankelijk is van de snelheid waarmee de werknemer naar het apparaat loopt’, legt Kromhout uit. ‘We hebben nauwkeurig uitgezocht bij welke handelingen blootstelling optreedt. Dat zijn vooral handelingen waarbij het personeel lang in de buurt van de scanner moet blijven, bijvoorbeeld als kinderen onder narcose gescand worden.’

    Ongevallen met letsel

    Er zijn nu voor het eerst aanwijzingen dat werken met MRI ook chronisch effecten kan geven. Kromhout: ‘We hebben een cohortstudie gedaan naar langetermijneffecten bij 1.500 blootgestelde en niet-blootgestelde werknemers van een MRI-scanner producerend bedrijf. Dit is nooit eerder gedaan. Werknemers met een hoge recente dan wel chronische blootstelling bleken een aanzienlijk verhoogde kans te hebben op een verkeersgerelateerd (bijna-)ongeluk.’ In deze groep kwam ook veel vaker een ongeval voor met letsel (al dan niet in het verkeer), een verband dat nog sterker bleek voor ongevallen waaraan een arts te pas kwam.

    Woon-werkverkeer

    Kromhouts team keek ook naar de chronische blootstelling gedurende de hele carrière. ‘Voor zowel recente als chronische blootstelling vonden we een verband met een verhoogd risico op verkeersgerelateerde (bijna-)ongelukken. Maar we vonden die correlatie alleen bij woon-werkverkeer naar het werk toe en niet na het werk. Dit is opvallend. Het kan betekenen dat er een soort vertraging is van het effect van blootstelling aan elektromagnetische velden van de MRI. Mogelijk slapen mensen slechter na blootstelling wat indirect leidt tot meer (bijna-)ongelukken in het verkeer.’ 

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    ‘MRI-werknemers moeten goed kunnen functioneren op hun werk’

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Dit zijn echter speculatieve verklaringen, benadrukt hij. ‘Het is nog de vraag of dit verband echt klopt. Onze resultaten moeten worden bevestigd dan wel ontkracht in vergelijkbare studies. We doen nu verder onderzoek met onder andere medische informatie die het bedrijf gedurende lange tijd van zijn werknemers heeft verzameld.’ 

    Werkplek optimaliseren

    Wat betekenen de resultaten voor de praktijk? Kromhout: ‘Ons onderzoek heeft duidelijk gemaakt wat de klachten zijn, hoeveel ze voorkomen en bij welke niveaus van blootstelling aan de elektromagnetische velden van MRI. Met die informatie kun je de werkplek van mensen optimaliseren om hun blootstelling en kans op symptomen te verkleinen. Ik vind dat MRI-werknemers goed moeten kunnen functioneren op hun werk en geen hinder mogen ondervinden. Zij doen immers belangrijk werk.’

    MRI-beroepsgroep 

    Voor zo’n optimale werkomgeving bestaat een Europese richtlijn die werknemers beschermt tegen risico’s van elektromagnetische velden. In de blootstellingslimieten in deze richtlijn wordt echter een uitzondering gemaakt voor medische toepassingen. ‘Dat is goed, anders is bepaald medisch onderzoek niet meer mogelijk’, zegt Sija Geers-van Gemeren van de Nederlandse Vereniging Medische Beeldvorming en Radiotherapie (NVMBR). ‘Wel hebben we voorwaarden gesteld, zoals voldoende (na)scholing over elektromagnetische velden en maatregelen om de blootstelling te beperken. Ook willen we meer epidemiologisch onderzoek om echt duidelijk te krijgen of er gezondheidsrisico’s zijn voor de beroepsgroep. De korte effecten die Kromhout heeft gevonden, herkennen we uit de praktijk, maar we beschouwen dit als verschijnselen die niet schadelijk zijn. Onze beroepsgroep maakt zich geen zorgen, maar bewustwording vinden we wel belangrijk.’    

    Steeds toenemende veldsterkte

    De beroepsgroep wil een balans tussen de steeds toenemende veldsterkte en de limieten voor werknemers. ‘De sky is niet de limit. De NVMBR wil dat fabrikanten de apparatuur aanpassen om blootstelling te verlagen. Bijvoorbeeld bediening op grotere afstand in plaats van dichtbij de magneet’, zegt Geers.  

    Bewust maken

    ‘De richtlijn en de uitgebrachte praktijkregels “Veilig werken met MRI” hebben MRI-werknemers bewuster gemaakt van hun regelmatige blootstelling aan elektromagnetische velden’, aldus Geers. ‘De NVMBR is op Europees en nationaal niveau actief betrokken bij deze ontwikkelingen. Wij hebben bekwaamheidseisen vastgesteld zodat ziekenhuizen weten waaraan MRI-werknemers moeten voldoen, zoals goede scholing én het besef om de blootstelling zoveel mogelijk te beperken. Ook ontwikkelen we een e-learning-module om de praktijkregels goed te kunnen implementeren.’ 

    Tekst: Chrétienne Vuijst

    Period15 Apr 2015

    Media coverage

    1

    Media coverage

    • TitleMisselijk door werken met MRI
      Date15/04/15
      PersonsHans Kromhout, Lotte Nierop, Kristel Schaap