Limburg: nieuw onderzoek fijnstof

Description

Dagblad de Limburger

21 april 2017 vrijdag Venray,Venlo,Noord-Limburg

01; Blz. 1

348 woorden

Limburg: nieuw onderzoek fijnstof

DOOR JAN HENSELS

NEDERWEERT/MAASTRICHT   Fijnstof van de Limburgse intensieve veehouderij zou reiken tot in de Randstad. De provincie laat een grootscheeps onderzoek uitvoeren naar de precieze invloed van zelfs de kleinste deeltjes uitstoot.   De provincie laat dit jaar meten hoeveel fijnstof de intensieve veehouderij in Limburg de lucht in stuurt. Daarbij wordt ook gekeken naar de invloed van de veehouderij op de vorming van zogeheten secundair fijnstof.   Die kleine stofdeeltjes kunnen zich over grote afstanden verspreiden en dragen volgens sommige eerdere onderzoeken bij aan de luchtverontreiniging tot in de Randstad toe.   Het vermoeden bestaat dat ammoniak uit dierlijke mest een rol speelt bij de vorming van dat fijnstof, stelt hoogleraar milieuepidemiologie Dick Heederik van de Universiteit van Utrecht, een van de instituten die in Limburg gaan meten. Ook het ISSEP, een soort Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van Wallonië, doet mee.   Dat ISSEP beschikt over geavanceerde meetapparatuur.   Aanleiding voor het onderzoek, dat 55.000 euro kost, is het vorig jaar verschenen RIVM-rapport dat een relatie legt tussen intensieve veehouderij en gezondheid. Gedeputeerde Daan Prevoo (SP) verwacht dat de uitkomsten ervan gaan helpen in de discussie over de intensieve veehouderij. In de Limburgse Peelregio dringen bezorgde omwonenden en bewonersgroepen al langer aan op maatregelen tegen onder meer stank en de uitstoot van fijnstof door de veehouderij. ,,Als overheid kun je je verantwoordelijkheid nemen als je ook de feiten kent en weet aan welke knoppen je kunt draaien. Voor mijn gevoel zitten we te veel in de contramine en dreigen we blind te worden voor de oplossingen."   Volgens Prevoo heeft hij met collega-deputé Hubert Mackus (CDA) afgesproken te bekijken wat op termijn mogelijk is om de leefbaarheid en de luchtkwaliteit op het platteland te verbeteren. ,,Bij het zoeken naar oplossingen moeten we ook kijken naar de belangen van de agrarische ondernemer."   Het onderzoek start in juni of juli.   Tijdens de koudere periode wordt opnieuw gemeten.