Hormoonverstorende stoffen kosten de EU miljarden aan gezondheidsschade

    Press/Media: Expert Comment

    Description

    Hormoonverstorende stoffen kosten de EU miljarden aan gezondheidsschade

    Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Universiteit Utrecht (Ingrid Rijk en Martin van den Berg)

     

    Er is steeds meer aandacht voor mogelijke gezondheidsschadelijke effecten door hormoonverstorende chemische stoffen. In een meta-analyse heeft het Institute

    for Risk Assessment Sciences (IRAS) geïnventariseerd welke ziektebeelden er allemaal met hormoonverstorende stoffen in verband worden gebracht, en vervolgens

    wat dit de maatschappij aan gezondheidsschade kan kosten. De uitkomst: Blootstelling aan hormoonverstorende chemische stoffen kost de EU jaarlijks 46-288

    miljard aan gezondheidsschade.

    Hormoonverstorende stoffen: wat zijn dat?

    Producten zoals cosmetica, etenswaren, plastics, schoonmaakmiddelen, textiel en farmaceutica bevatten chemische stoffen die voldoen aan de door de EU

    gestelde veiligheidseisen. Er is echter discussie in de wetenschap en op politiek niveau of sommige van deze stoffen wel veilig genoeg zijn: een aantal stoffen

    kunnen waarschijnlijk via veel lagere concentraties ons hormoonsysteem verstoren. Dit is vooral van belang tijdens de zwangerschap en de eerste levensfase,

    wanneer de belangrijkste groei en ontwikkeling plaatsvinden en de basis wordt gelegd voor een gezond lichaam op latere leeftijd. Voorbeelden van stoffen die onder

    discussie staan vanwege mogelijk hormoonverstorende werking zijn bisphenol A (BPA) in plastic en ander verpakkingsmateriaal, parabenen in cosmetica,

    organofosfaatbestrijdingsmiddelen, PBDE's (een groep van vlamvertragende stoffen die gebruikt worden in bijvoorbeeld elektronica en textiel), PCB's en dioxinen.

    Welke ziekten worden in verband gebracht met hormoonverstorende stoffen?

    Het IRAS heeft in kaart gebracht welke ziektebeelden (mogelijk) in verband worden gebracht met blootstelling aan hormoonverstorende stoffen, en welke sociaaleconomische

    kosten aan deze gezondheidsschade gerelateerd zijn. Voor de inventarisatie van ziektebeelden is gebruik gemaakt van reviews over

    hormoonverstorende stoffen van o.a. de EU, WHO, UNEP en de Endocrine Society. Het resultaat is een overzicht van meer dan 80 ziekten verdeeld over 6

    categorieën (zie tabel 1).

    Het is onbekend voor welk deel hormoonverstorende stoffen verantwoordelijk zijn voor de ziektelast. Een combinatie van veel verschillende factoren speelt namelijk

    een rol in de ontwikkeling van ziektes: genetische factoren, omgevingsfactoren, levensstijl etc. Hierdoor is een directe oorzaak vaak moeilijk aan te wijzen.

    Bovendien zijn hormoonverstorende effecten veelal subtiel (subklinisch). Schattingen lopen hierdoor uiteen van een aandeel van 0 – 40% voor bepaalde

    aandoeningen. Een schatting van 1 – 2,5% voor de meeste ziekten is echter het meest aannemelijk, in overeenstemming met studies van de OECD en de WHO naar

    de invloed van (alle) milieufactoren en chemische blootstellingen op ziekte en sterfte.

    Wat kost dat de maatschappij?

    In het onderzoek zijn studies vergeleken waarin de mogelijke kosten zijn berekend van ziekten door hormoonverstorende stoffen, aangevuld met eigen

    berekeningen. Grofweg zijn er twee methodieken te onderscheiden om gezondheidsschade te berekenen: op basis van bovengenoemde schatting (in %), of op

    basis van blootstelling aan een bepaalde chemische stof (meetgegevens in bijvoorbeeld bloed of urine) en de hiermee overeenkomende gezondheidseffecten uit de

    epidemiologie.

    Ondanks verschillende benaderingen komen de kostenschattingen redelijk goed overeen. Vanwege de onzekerheden, met name op het gebied van causaliteit en

    berekening van kosten, is de bandbreedte van de schattingen echter breed. In totaal zijn kostenschattingen voor 16 van de ruim 80 ziektebeelden meegenomen. De

    totale schatting is dat blootstelling aan hormoonverstorende stoffen mogelijk resulteert in zo’n 46-288 miljard per jaar aan ziektekosten in Europa (EU28) (tabel 1).

    In de ziektekostenschattingen zijn naast directe zorgkosten (bijvoorbeeld behandelingen en medicijnen) ook indirecte kosten meegenomen (zoals

    productiviteitsverlies) en voor sommige ziektebeelden immateriële schade (bijvoorbeeld verloren levensjaren). De kostenschatting bestaat daarmee slechts voor een

    deel uit werkelijke kosten (directe kosten).

    Tabel 1: Samenvatting van de potentiële jaarlijkse kosten van gezondheidsschade gerelateerd aan de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen in de EU28,

    uitgesplitst per categorie

    Categorie aantal

    ziektebeelden

    meegenomen/

    totaal (%)

    Meegenomen ziektebeelden Laagste

    scha:ng

    (miljard

    €/jaar/EU28)

    Hoogste

    scha:ng

    (miljard

    €/jaar/EU28)

    VoortplanDng &

    vruchtbaarheid

    4/32 (12,5%) verminderde vruchtbaarheid

    (m/v), cryptorchidism,

    hypospadias, endometriose

    0,8 8,4

    Neurologische- en 5/9 (56%) auAsme, ADHD, IQ verlies, 40,8 233

    "

    gedragsaandoeningen zwakzinnigheid,

    neuralebuisdefect

    Hormoongerelateerde

    kanker

    3/7 (43%) borstkanker, prostaatkanker,

    zaadbalkanker

    0,5 2,1

    Metabolische

    aandoeningen

    2/7 (29%) obesitas, diabetes 3,1 34,4

    Immunologische

    aandoeningen

    1/17 (6%) astma 0,2 1,7

    Overig 1/11 (9%) verhoogde sterNe onder mannen 0,8 8,0

    TOTAAL 16/83 (19%) 46,2 288

    Belangrijke bevindingen uit het rapport zijn:

    De ziektekosten in Europa door hormoonverstorende stoffen zijn mogelijk aanzienlijk;

    De grootste sociaal-economische schade door hormoonverstorende stoffen wordt verwacht bij de neurologische- en gedragsaandoeningen (met als

    dominant effect IQ-verlies), en bij de metabolische aandoeningen;

    Vooral over de hormoongerelateerde gezondheidssschade van immunologische aandoeningen is weinig bekend;

    Een beter inzicht in de ziektekosten gerelateerd aan hormoonverstorende stoffen kan helpen bij het prioriteren van beleidsmaatregelen en verder onderzoek

    naar hormoonverstorende stoffen.

    Dit onderzoek is gefinanciëerd door het Ministerie van IenM, onder begeleiding van het RIVM.

    Rapport: Ingrid Rijk, Majorie van Duursen & Martin van den Berg, 2016: Health costs that may be associated with Endocrine Disrupting Chemicals, Institute for Risk

    Assessment Sciences (IRAS), Utrecht

     

    Het volledige rapport met de referenties kan worden gedownload via www.uu.nl/iras (http://www.uu.nl/iras) of is direct toegankelijk via

    http://www.uu.nl/sites/default/files/rijk_et_al_2016_-_report_iras_-_health_cost_associated_with_edcs_3.pdf (http://www.uu.nl/sites/default/files/rijk_et_al_2016_-

    _report_iras_-_health_cost_associated_with_edcs_3.pdf) (http://www.uu.nl/sites/default/files/rijk_et_al_2016_-_report_iras_-

    _health_cost_associated_with_edcs_3.pdf)

    Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Ingrid Rijk, [email protected] (mailto:[email protected]) / [email protected] (mailto:[email protected]) of

    Martin van den Berg, [email protected] (mailto:[email protected]).

     

    Period25 Jul 2016

    Media coverage

    1

    Media coverage

    • TitleHormoonverstorende stoffen kosten de EU miljarden aan gezondheidsschade
      Date25/07/16
      PersonsMartin van den Berg, Ingrid Rijk, Majorie van Duursen