Drie landen, klungelende autoriteiten en drie verschillende normen voor gif: de kip & ei operette

    Press/Media: Expert Comment

    Description

    Wat leidde tot de fipronilcrisis en hoe kan zo’n crisis de volgende keer worden voorkomen? Dick Veerman sprak erover met twee inhoudelijk deskundigen in de meest getroffen landen, Nederland en België.

    In België stelt toxicoloog professor Jan Tytgat van de KU Leuven het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV, de evenknie van de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) de vraag waarom de Autoriteit zo laat communiceerde en bleef volhouden dat het Belgische ei veilig is, terwijl de supers hun schappen leegmaakten. Dat zorgde voor veel verwarring onder Belgische consumenten.

    De Nederlandse toxicoloog Martin van den Berg, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, wijst op een serieus managementprobleem bij zowel nationale overheden als de Europese overheid. Onduidelijkheid door gebrek om kennis te mobiliseren, is wat hem betreft de kern van de ontstane knauw in het voedselvertrouwen van Europese consumenten die Nederlandse en Belgische eieren eten.

    Eenduidige uitgangspunten
    Wat Tytgat betreft hoeft er weinig discussie te zijn over de manier waarop de EU-regels gehandhaafd kunnen worden in het geval van het fipronil-ei. Het middel mag niet voor eieren worden gebruikt. De EU-verordening 396/2005 bepaalt echter dat een maximale residulimiet (MRL) van 0,005 mg per kilo ei is toegestaan, zegt hij. “Dat is dan ook het uitgangspunt voor handhaving om te beslissen of een lot eieren conform is, of niet”, zegt Tytgat. “Tevens geldt een zogeheten acute referentiedosis (ARfD) van 0,009 mg per kilo lichaamsgewicht per dag. Met die twee gegevens valt uitstekend te handhaven. Het zijn duidelijke uitgangspunten.” Het aantal eieren dat in een kilo gaat - ongeveer 16 - valt met een veiligheidsmarge terug te rekenen naar het aantal eieren voor een persoon met een bepaald gewicht. Een persoon van 50 kilo mag op basis van de ARfD en het hoogste in België aangetroffen besmettingsniveau (0,92 mg per kilo ei; in Nederland scoorden we tot 1,2 mg) nog altijd 8 eieren per dag eten. Voor een kind van 25 kilo gaat het aantal eieren echter in die verhouding omlaag (4 eieren per dag).

    De Belgische Voedselveiligheidsautoriteit redeneert echter anders en hanteert - met een beroep op additionele Europese regelgeving en het hanteren van het Pesticide Residue Intake Model (PRIMo) - een MRL van 0,72 mg per kilo ei. Zo mag je misschien wel rekenen, vindt Tytgat, maar dan mag je dit getal geen ARfD meer noemen

     

    Norm 144 keer opgerekt
    De Belgische Voedselveiligheidsautoriteit redeneert echter anders en hanteert - met een beroep op additionele Europese regelgeving en het hanteren van het Pesticide Residue Intake Model (PRIMo) - een MRL van 0,72 mg per kilo ei. Zo mag je misschien wel rekenen, vindt Tytgat, maar dan mag je dit getal geen ARfD meer noemen.
    Tytgat besteedt op dit moment veel van zijn tijd om dat uit te leggen. De verwarring is ontstaan door het feit dat Belgische Autoriteit de indruk wekte dat ze nu plots rekening hield met een toegestane ARfD van 0,72 mg per kilo, dat wil zeggen een norm die opeens 80 keer opgerekt werd in vergelijking met de ARfD van 0.009 mg per kilo lichaamsgewicht, en 144 keer opgerekt werd in vergelijking met de MRL van 0.005 mg per kilo ei. Dat kan natuurlijk niet, want zo haalt de Autoriteit definities en eenheden door elkaar. Daarom verzoekt Tytgat het FAVV om beter te communiceren over welke norm ze nu precies hanteert, en hoe die tot stand is gekomen. “Na eigen opzoekings- en rekenwerk”, zegt Tytgat, “ben ik er nu zelf achter gekomen: het FAVV vertrekt van de ARfD van 0.009 mg/kg eieren, houdt in het het PRIMo model rekening met de hoogste consumptiegegevens van de de EU. Dat is in het Verenigd Koninkrijk waar - niet onlogisch met het English breakfast - veel eieren worden verorberd. Vervolgens neemt de FAVV als worst case scenario een kind met gemiddeld gewicht van 8.7 kg en inname van 2 eieren per dag (108 g). Als je dit alles verrekent, dan kom je uit op 0.72 mg/kg ei. Jammer dat het FAVV dit zelf niet toelichtte.”

    Geen regie
    De Nederlandse NVWA handhaaft op basis van de de strenge norm van 0,005 mg per kilo ei, vertelt professor Martin van den Berg. Hij is zelf - “op basis van goede dierstudies” - voorstander van de handhavingsnorm die de Duitse autoriteiten hanteren. Die ligt 10 maal hoger dan de onze. Zoals zojuist al voorgerekend door Tytgat ligt de Belgische grenswaarde voor handhaving 144 maal hoger dan de Nederlandse.

     

    Period9 Aug 2017

    Media contributions

    1

    Media contributions

    • TitleDrie landen, klungelende autoriteiten en drie verschillende normen voor gif: de kip & ei operette
      Country/TerritoryNetherlands
      Date9/08/17
      DescriptionWat leidde tot de fipronilcrisis en hoe kan zo’n crisis de volgende keer worden voorkomen? Dick Veerman sprak erover met twee inhoudelijk deskundigen in de meest getroffen landen, Nederland en België.

      In België stelt toxicoloog professor Jan Tytgat van de KU Leuven het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV, de evenknie van de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) de vraag waarom de Autoriteit zo laat communiceerde en bleef volhouden dat het Belgische ei veilig is, terwijl de supers hun schappen leegmaakten. Dat zorgde voor veel verwarring onder Belgische consumenten.

      De Nederlandse toxicoloog Martin van den Berg, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, wijst op een serieus managementprobleem bij zowel nationale overheden als de Europese overheid. Onduidelijkheid door gebrek om kennis te mobiliseren, is wat hem betreft de kern van de ontstane knauw in het voedselvertrouwen van Europese consumenten die Nederlandse en Belgische eieren eten.

      Eenduidige uitgangspunten
      Wat Tytgat betreft hoeft er weinig discussie te zijn over de manier waarop de EU-regels gehandhaafd kunnen worden in het geval van het fipronil-ei. Het middel mag niet voor eieren worden gebruikt. De EU-verordening 396/2005 bepaalt echter dat een maximale residulimiet (MRL) van 0,005 mg per kilo ei is toegestaan, zegt hij. “Dat is dan ook het uitgangspunt voor handhaving om te beslissen of een lot eieren conform is, of niet”, zegt Tytgat. “Tevens geldt een zogeheten acute referentiedosis (ARfD) van 0,009 mg per kilo lichaamsgewicht per dag. Met die twee gegevens valt uitstekend te handhaven. Het zijn duidelijke uitgangspunten.” Het aantal eieren dat in een kilo gaat - ongeveer 16 - valt met een veiligheidsmarge terug te rekenen naar het aantal eieren voor een persoon met een bepaald gewicht. Een persoon van 50 kilo mag op basis van de ARfD en het hoogste in België aangetroffen besmettingsniveau (0,92 mg per kilo ei; in Nederland scoorden we tot 1,2 mg) nog altijd 8 eieren per dag eten. Voor een kind van 25 kilo gaat het aantal eieren echter in die verhouding omlaag (4 eieren per dag).

      De Belgische Voedselveiligheidsautoriteit redeneert echter anders en hanteert - met een beroep op additionele Europese regelgeving en het hanteren van het Pesticide Residue Intake Model (PRIMo) - een MRL van 0,72 mg per kilo ei. Zo mag je misschien wel rekenen, vindt Tytgat, maar dan mag je dit getal geen ARfD meer noemen




      Norm 144 keer opgerekt
      De Belgische Voedselveiligheidsautoriteit redeneert echter anders en hanteert - met een beroep op additionele Europese regelgeving en het hanteren van het Pesticide Residue Intake Model (PRIMo) - een MRL van 0,72 mg per kilo ei. Zo mag je misschien wel rekenen, vindt Tytgat, maar dan mag je dit getal geen ARfD meer noemen.
      Tytgat besteedt op dit moment veel van zijn tijd om dat uit te leggen. De verwarring is ontstaan door het feit dat Belgische Autoriteit de indruk wekte dat ze nu plots rekening hield met een toegestane ARfD van 0,72 mg per kilo, dat wil zeggen een norm die opeens 80 keer opgerekt werd in vergelijking met de ARfD van 0.009 mg per kilo lichaamsgewicht, en 144 keer opgerekt werd in vergelijking met de MRL van 0.005 mg per kilo ei. Dat kan natuurlijk niet, want zo haalt de Autoriteit definities en eenheden door elkaar. Daarom verzoekt Tytgat het FAVV om beter te communiceren over welke norm ze nu precies hanteert, en hoe die tot stand is gekomen. “Na eigen opzoekings- en rekenwerk”, zegt Tytgat, “ben ik er nu zelf achter gekomen: het FAVV vertrekt van de ARfD van 0.009 mg/kg eieren, houdt in het het PRIMo model rekening met de hoogste consumptiegegevens van de de EU. Dat is in het Verenigd Koninkrijk waar - niet onlogisch met het English breakfast - veel eieren worden verorberd. Vervolgens neemt de FAVV als worst case scenario een kind met gemiddeld gewicht van 8.7 kg en inname van 2 eieren per dag (108 g). Als je dit alles verrekent, dan kom je uit op 0.72 mg/kg ei. Jammer dat het FAVV dit zelf niet toelichtte.”

      Geen regie
      De Nederlandse NVWA handhaaft op basis van de de strenge norm van 0,005 mg per kilo ei, vertelt professor Martin van den Berg. Hij is zelf - “op basis van goede dierstudies” - voorstander van de handhavingsnorm die de Duitse autoriteiten hanteren. Die ligt 10 maal hoger dan de onze. Zoals zojuist al voorgerekend door Tytgat ligt de Belgische grenswaarde voor handhaving 144 maal hoger dan de Nederlandse.
      PersonsMartin van den Berg