Richtlijnen opstellen is vooral moeilijk doordat de klachten per persoon in verschillende mate optreden
Dat het magneetveld van een MRI-scanner kan zorgen voor misselijkheid en een duizelig gevoel was al bekend. Lotte van Nierop, die donderdag promoveert aan de Universiteit van Utrecht, concludeert echter in haar proefschrift dat er meer aan de hand is. De velden zouden onder meer van negatieve invloed zijn op geheugen, concentratie en het evenwichtsorgaan.
'Wanneer je beweegt in een magneetveld kan een er stroom worden opgewekt in de hersenen', zegt Van Nierop. 'Hersencellen communiceren met elkaar door kleine stroompjes. Bewegen in het magneetveld van de MRI-scanner kan de normale communicatie binnen de hersenen dus verstoren.'
De nieuwe generatie MRI-scanners werkt met magneten die dag en nacht aanstaan - uit- en aanzetten duurt een paar dagen. Hogere veldsterkte van de gebruikte magneten komt de precisie van de scans ten goede. 'Maar je moet de voordelen van precisie afwegen tegen de nadelen van slechtere concentratie van degenen die ermee werken.'
MRI-personeel kan de problemen wat verminderen door geen snelle bewegingen bij de scanner te maken, om het opwekken van de storende elektrische stroompjes tegen te gaan. Patiënten zelf zullen het minst last hebben van de nadelige magneetveldeffecten; zij liggen vooral stil in het apparaat.
Van Nierop testte de cognitieve vermogens van een groep gezonde proefpersonen, die zowel in als buiten het sterke magneetveld van een MRI-scanner opdrachten uitvoerden. Voordat dat ze daaraan begonnen maakten ze hoofdbewegingen. In een controleruimte bootsten de onderzoekers het geluid van de scanner na, om uit te sluiten dat dit de concentratieverstorende factor is. Duidelijk was dat de concentratie en het evenwicht binnen het magnetisch veld beduidend lager uitvielen dan daarbuiten.
Patiënten zelf zullen het minst last hebben van de nadelige magneetveldeffecten
Duizeligheid
'Bij de magneten met hogere veldsterkte geeft 28 procent van de ondervraagden aan last te hebben van duizeligheid, maar ook van een metaalsmaak in de mond', zegt Kristel Schaap, ook promovenda aan de Universiteit Utrecht. Middels vragenlijsten vond ze dat de mate van subjectieve klachten als duizeligheid sterk samenhangt met de sterkte van magnetische velden.
Zowel Van Nierop als Schaap vindt het lastig te zeggen of de richtlijnen aangepast moeten worden. 'Veel MRI-medewerkers nemen de duizeligheid voor lief', zegt Schaap, die benadrukt dat langetermijneffecten niet zijn aangetoond. 'Vooralsnog, in ieder geval.'
'Richtlijnen opstellen is vooral moeilijk doordat de klachten per persoon in verschillende mate optreden', zegt Hildo Lamb, hoogleraar radiologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum en niet betrokken bij de Utrechtse promoties. Toch neemt het LUMC de negatieve effecten van het magneetveld serieus. 'We houden in de gaten hoeveel last individuele medewerkers hebben. Zo kunnen we degene die echt duizelig of misselijk wordt minder vaak inroosteren op MRI-werk.'