Activity: Talk or presentation › Poster/paper presentation › Professional
Description
Nederland kampt al geruime tijd met een kloof tussen de beoogde, uitgevoerde en bereikte doelen van het grammaticaonderwijs. Oorspronkelijk bedoeld om hogere vaardigheden zoals analyse en evaluatie te bevorderen, is de benoeming van woordsoorten en zinsdelen verworden tot een contextloze ezelsbruggendidactiek, voornamelijk gericht op lagere vaardigheden als onthouden en toepassen. Deze problematiek doet zich ook voor in het moderne vreemdetalenonderwijs, waar de nadruk eveneens ligt op contextloze grammaticale oefeningen in plaats van betekenisvolle taken. Dit resulteert in een gebrek aan vaardigheden bij leerlingen om complexe taalconstructies te begrijpen en grammaticaregels effectief toe te passen. In dit artikel wordt gepleit voor contextrijk grammaticaonderwijs, gericht op taalbewustzijn. Aanbevelingen omvatten het integreren van grammaticale concepten in een taalgeneriek systeem, waarbij de nadruk ligt op verbindingen tussen concepten en inzicht in vorm-functie-betekenisrelaties. Daarnaast wordt het belang benadrukt van taalcontrastieve benaderingen en het centraal stellen van het redeneerproces in het onderwijs. Deze aanpak, hoewel complex, lijkt cruciaal om leerlingen in staat te stellen taal te begrijpen, analyseren en effectief te gebruiken in diverse contexten.